Paul Fauchey.  

Paul Fauchey en de autosport

De autosport is er bij mij met de bekende paplepel ingegoten. Al op 6 jarige leeftijd kwam ik met mijn oudere broer op het circuit. Ook met schoolvriendjes ging ik in de jaren vijftig vaak naar trainingen en races kijken. Onder het hek door bij de Vijverhut was vaste prik. Of via de oude slipschool van Rob Slotemaker. Tunnel Oost en Bos-in waren de stekken waar we ons voornamelijk ophielden.  

In de jaren zestig de eerste rondes gereden in de gepikte VW kever van mijn broer. Dat ging buitengewoon goed. Driften door de Gerlach had ik al snel onder de knie. Later met de Triumpf Spitfire ( ook van mijn broer ) was dat een stuk listiger. Wat een kreng van een auto was dat op het circuit. In 1967 had ik mijn eerste snelle auto. Een Fiat 850 coupé die door Ron Verzijlbergen onderhanden was genomen. Bij Carsport op de Overtoom de nodige snelle spullen gekocht. Borani velgen, Aley rollbar etc. De bedoeling was dat ik in het seizoen ’68 met deze auto zou gaan deelnemen op Zandvoort. Ik zat dat jaar nog in militaire dienst en ben in september dat jaar weer gaan studeren. Door gebrek aan voldoende budget werden de plannen uitgesteld. Uitstel werd afstel.  

In 1970 getrouwd, in 1971 werd onze dochter geboren. Huisje, boompje, beestje was die jaren het motto. Bleef nog wel een regelmatige bezoeker van het circuit. Ook de 24-uur van Spa Francorchamps stond elk jaar op het programma.  

In 1975 werd ik door Theo Koks benaderd om samen een Ford Rally Team op te zetten. In die periode was ik werkzaam bij een groot Amerikaans reclamebureau en had o.a. Mobil Oil als klant. Mobil stond aan de vooravond van de introductie van de eerste vol synthetische olie op de markt, nl. Mobil SHC. Onderdeel van het reclame en marketing pakket was ‘sponsoring’. Als bureau adviseerde wij sponsoring van het rallyteam van Opel en van concurrent Ford. De toenmalige teammanager van Ford liet de zaken uit zijn poten vallen en Ford verzocht mij de zaak over te nemen. Aangezien in de jaren ’70 de rallycross in Valkenswaard toonaangevend was werd besloten hierin te gaan deelnemen met de nieuwe Mk 2 Ford Escort BDA.
Met het beschikbare budget van Ford en Mobil werden drie Engelse toprijders ingehuurd, te weten Rod Chapman, Ron Douglas en John Welch. Een vierde Escort BDA werd gehuurd voor Theo Koks. Het Mobil Ford Team was geboren.
Avro’s rallycross was super. We haalden veel zendtijd en publiciteit. Ik zelf vond het rallycrossen ook geweldig. Via John Welch werd een snelle Mini Cooper ( ex Mick Bird ) aangeschaft. Puur voor de lol werd in het seizoen ’77 meegereden.
Hoewel de Mini een beetje suf gesleuteld was werden er goede resultaten mee neergezet. In die periode was ik bevriend geraakt met een andere debutant in de rallycross, nl. André Albers, de vader van Christijan Albers, die toen overigens nog niet geboren was.
André reed met een hele snelle kever. Die heb ik voor het seizoen ’78 van hem overgenomen. Achterwiel aandrijvers waren leuker om mee te rijden vond ik zelf. Intussen was ik in staat voor zowel André als voor mij zelf de nodige sponsoring te organiseren. Lois jeans & jackets werd onze hoofdsponsor.
Naast het zelf rijden bleef ik ook teammanager van het Ford team. Ook voor dit team had ik Lois als hoofdsponsor aangetrokken. 
Op Valkenswaard bleven we rijden met twee Escorts BDA. John Welch en John Smith waren onze rijders. Dankzij de sponsorinkomsten konden we ook op het circuit van Zandvoort een Ford Escort RS 2000 voor Theo Koks inzetten. In de rallies reed Kees Zegwaard met een zelfde type Ford.  

Het seizoen 1979 moest het gaan worden. Intussen had ik afscheid genomen van sponsor Lois. Ik was zelf gaan werken bij concurrent Levi Strauss. Met Levi’s was ik hoofdsponsor geworden van Piet Dam met de snelle BMW. Zelf had ik de Renault Alpine A310 van Cees Kruythof overgenomen. Een heerlijke auto, vooral in de regen superieur. Probleem was echter op Valkenswaard en ook op de andere buitenlandse circuits dat de Porsches sneller waren bij de start. De start is bij rallycross het belangrijkste. Heb je de start dan heb je al half gewonnen.
Mijn sponsor in dat jaar was een keten van jeansshops “Dumpshop” Geen topnaam op je auto maar het budget was prima. De eigenaar van Dumpshop was bereid extra budget te storten voor een Porsche. Deze Porsche werd gehuurd bij André Albers. Een kreng van een auto om hard mee te rijden, zeker in vergelijking met de heerlijke Alpine. Met de Porsche werd het kampioenschap binnengehaald. Op zich natuurlijk leuk, echter voor mij het bewijs dat als je veel budget hebt je vaak ook een winnende auto kunt inzetten.

De volgende jaren ben ik met een Ford Escort gaan rijden. Eerst met een 1600 en later met een BDA. Hoewel geen topauto’s toch veel lol gehad in een team met Ed en Joop van Schie en met Henk (de tank) Breederland.
Na het vertrek van de Avro, begin tachtiger jaren, was het gauw afgelopen op Valkenswaard. De leegloop aan sponsors was massaal. Wat overbleef was een treurig gebeuren met kwalitatief magere startvelden.

In 1984 besloot ik definitief naar Zandvoort te verkassen. Via Carly Motors kocht ik een VW Golf GTI van Kees Kroesemeyer. Een prima geprepareerde Golf. Met die auto was ik in staat vooraan mee te rijden in het kampioenschap. De VW Scirocco van Hans Ernst kon ik echter niet hebben. Die auto was helemaal top. Zelfs de fabrieksauto’s van VW Motorsport konden hier niet tegenop. Samen met Evert Bolderhey werd ik ex aquo tweede in het kampioenschap. Door zakelijke beslommeringen heb ik in het seizoen “85 zonder veel inzet en passie mijn rondjes gereden.

Eind 1985 trad ik in dienst bij Renault Nederland en moest ik mijn werkzaamheden voor het Ford Team stopzetten.

In 1986 nog een race gereden met de Escort van Theo Koks op het circuit van Zolder.

In 1987 werd een groep N Renault 5 GT Turbo aangeschaft. Een fijn autootje. Alleen werd er in die klasse enorm geklooid met de turbo’s. Ik zelf had als Renault-medewerker geen zin om daar aan mee te doen.  

In 1988 heb ik zowel gereden in de Benelux Renault 5 GT Turbo Cup als ook in de groep N met een zelfde type Renault 5. In de cup werd erg veel schade gereden wat behoorlijk op het budget inhakte. Bij een stratenrace in Brussel kwam alleen de winnaar ( Pierre Alain Thibaut ) zonder schade over de finish. Ook de finalerace op Paul Ricard was een slagveld. Helemaal niets voor mij dat cupracen.  

Begin 1989 werd ik marketing directeur bij Citroën Nederland. Bij dit merk werd weinig aan autosport gedaan. In het verleden werd Paul Maaskant gesteund met een Visa. Verder niets. Omdat ik van Renault wist hoeveel exposure er verkregen werd van de Renault 5 cups had ik het plan opgevat om hetzelfde te bereiken met een Citroën AX cup. Hoewel niemand bij het merk er iets in zag heb ik toen op persoonlijke titel het project opgestart.
In België kocht ik een AX GT. In samenwerking met Dusan Rakic van Automotive systems heb ik toen de auto opgebouwd en tijdens het seizoen nog ingezet in het toerwagen kampioenschap. Het autootje voldeed prima, er werden zelfs nog wedstrijden mee gewonnen en ik eindigde nog derde in het kampioenschap.
Toen ben ik de boer opgegaan en al mijn sponsorwerving talenten aangesproken. In samenwerking met sportmarketing bureau Drive Sports Marketing heb ik toen als sponsoren voor de cup aangetrokken: Bad Boys, Sony, Total, Citer, Michelin en vele Citroën dealers. Het resultaat was dat de cup de importeur niets kostte ! Bijna alle cup auto’s werden door de dealers gekocht en voor de rijders ingezet. Vanaf het prille begin is de AX cup en later de Saxo cup een succes geweest. Veel talenten zijn dankzij de cup hun carrière gestart. o.a. Tom en Tim Coronel, de zusjes Loogman, Jaap van Lagen om er maar een paar te noemen.  

Aangezien ik mijn eigen racen gescheiden wilde houden van de importeur heb ik privé een schade Citroën BX 16v aangeschaft en deze bij Rakic Racing laten opbouwen. Hoewel een BX geen echt geschikte auto was om mee te gaan racen had het project wel potentie. De 16v motor was geweldig. Alleen het veersysteem met de veerbollen leende zich niet echt voor de autosport.
Een verzoek van mijn kant bij de NAV om het onderstel te mogen wijzigen werd afgewezen. Het was technisch vrij eenvoudig om het onderstel van een Peugeot 405 te monteren. Deze had dezelfde bodemplaat als de BX. Met de BX werd nog een tweede plaats behaald in de 1-uurs race.  

In 1991 ben ik gestopt met de autosport. In dat jaar nam ik een aandeel in het eerder genoemde bureau Drive Sports Marketing. Een sportmarketingbureau waar ik tot de dag van vandaag nog eigenaar van ben. In 2001 heb ik nog een gastrace gereden in de DSC met een Renault Megane in cup uitvoering. Een leuke ervaring na zoveel jaar stilstand.

Omdat het racevirus nog niet helemaal gedoofd is ben ik me momenteel aan het oriënteren om weer iets te gaan doen. Porsche 944 basic cup, Youngtimers, Harc. Ik ben er nog niet uit, maar het gaat weer gebeuren dat is wel zeker.   

Ik laat nog van me horen !  

Paul Fauchey, 23 juni 2008.

1976.

 

 

Met nummer 42 teamgenoot en vriend Theo Koks.

 

Het Ford Mobil Team met sponsor Scott Hi-Fi, 1976. Het team bestond uit John Welch, Ron Douglas, Theo Koks, Ron Chapman en teammanager Paul Fauchey.

1977.

   

Met een paar klapstoeltjes tussen de auto's achter de pits.

 

 

  

Een fraaie koprol maar de monteurs zorgden er voor dat Paul de tweede heat weer kon blazen.

 

Via John Welch werd deze Mini Cooper 1275 cc (ex Mike Bird) gekocht,1977.

 

Het Mobil Ford Team met sponsor Lois.                        Lekker dwars met veel stof.

 

Een beetje duwen moet kunnen.                                      We gaan tot het randje en soms er over.

 

vlnr: pa en ma Smith, John Smith, John Welch, vrouw en zoon. John Smith en John Welch.

1978.

 

Links Theo Koks,Paul Fauchey in het midden.               Theo Koks en Paul Fauchey, 1978.

 

 

 

De familie Fauchey was altijd op het circuit aanwezig.

 

André Aalbers ( de vader van....) in de witte Porsche, daarna in het zwart van sponsor Lois.

 

 

1979.

 

Renault Alpine A310, 1979.

 

Met een achterstand van 5 punten op Jaap Uithoven begon Paul Fauchey aan da laatste race. Uithoven werd in die race zesde en Paul Fauchey won de race. Met 1 punt verschil werd Paul Fauchey Nederlands kampioen rallycross.

1980.

                              

vlnr: Ed van Schie, Theo Koks en Paul Fauchey.

1981.

De Dolly Dots bij de teampresentatie.                                                Lekker dwars met de Escort.

 

Ford Escort, 1981.

1982 - 1983.

 

Promotie van het team met Doris D and the Pins.         Twee wielen.

  

Het Ford Castrol Team, 1982 en 1983.                       

  

Zandfestival op Zandvoort, 1983.                                    Geen luxe matjes op de grond.                                

  

Vlak voor de start.                                                               Vol in actie.

 

1984 - 1985.

 

In 1984 en 1985 met een VW Golf GTI op Zandvoort.

 

Paul in zijn Golf.                                                                    In de eerste ronde ging het al mis!

1986.

 

In 1986 slechte 1 race met de Ford Escort RS Turbo Groep N.

1987.

 

Met een Renault R5 in 1987.

1988.

 

 

In 1988 werd Paul Fauchey Nederlands kampioen met de Renault 5 GT Turbo en reed ook in de Benelux Renault 5 GT Turbo Cup.

1989.

 

 

Paul Fauchey is de bedenker van de Citroen AX Cup, 1989.

1990 - 1991.

 

 

In 1990 de vreemde "eend" op het circuit, een Citroen BX.

 

Met en door van der Vaart samen de grindbak in, 1991.

2009.

Voor het raceseizoen heeft Paul Fauchey een standaard Porsche 944 gereserveerd waarmee hij de Porsche-cup in 2009 gaat rijden.In de winter wordt de Porsche opgebouwd volgens de cupspecificaties. Paul Fauchey gaat met een leeftijd van 62 jaar zijn comeback maken in de autosport. Voor het seizoen 2009 zoekt hij nog sponsors. Mailadres: paul.drive@quicknet.nl

Alle informatie over de Porsche 944 op: www.944-basic.nl