Ton Nachtegeller                                          

Algemeen

Mag ik mij even voorstellen, mijn naam is Ton Nachtegeller. Ik ben vanaf 1971 tot en met 1986 actie geweest in de autosport. Vandaar mijn plekje op deze website. In 1971 ben ik begonnen met rallycross op het toen net geopende Eurocircuit in Valkenswaard. Een prachtig circuit waar ik acht jaar met veel plezier heb gereden. Overigens heb ik jarenlang Europese kampioenschappen rallycross gereden, maar daarover later meer. Ook heb ik op uitnodiging toerwagenraces en rallies gereden. Mijn grote liefde was echter de sportscarracerij en eerlijk gezegd is het dat nog steeds. Mijn eerste sportscar was een Lola T492 waar ik twee jaar in heb gereden . Daarna kwam de ex-Lammy van den Heuvel Tiga SC79 en vervolgens een March 84S. Helaas ben ik nu "racehistorie" maar door mijn functie van sportcommissaris (spoco) bij de KNAF zit ik nog helemaal in de racewereld.

Rallycross 1971-1972

1971

Op de tv had ik een aantal keren de AVRO rallycross gezien. Fantastisch vond ik dat! Kort daarna ben ik in Venlo naar een rallycross gaan kijken. De beslissing was snel genomen: 'dat ga ik zelf doen!’ Er werd een voor het circuit geprepareerde Anglia aangeschaft en omgebouwd tot rallycross auto. Het oude Anglia motortje werd verwisseld voor een tot 1650 cc opgeboorde Cortina 1500 motor. Mijn acht  eerste wedstrijden waren Nationaal maar ik had de smaak goed te pakken!

 

Ton Nachtegeller met de Ford Anglia aangedreven door een Lotus Twincam, 1972.

   

 

Rallycross 1972-1973

1972

Omdat ik me in 1971 flink in de (tv) kijker had gereden diende zich zowaar enkele sponsors aan! Onder hen was Autoshop Haarlem, de bouwer van Hurricane racemotoren. Zij stelden mij een Lotus 1800 twin-cam ter beschikking. Daar kwam zo'n 170 pk uit, niet slecht in die tijd! Met dit blok in mijn Anglia reed in mee in de Europese top en dat clubje was niet mis! Om enkele namen te noemen: Per Eklund, Stig Blomquist, Jan de Rooy, John Taylor, Rod Chapman en nog wat van die mannen.

1973

De Anglia begon uit elkaar te vallen dus moest er een nieuwe auto warden aangeschaft. De keus was niet moeilijk. Het werd een Escort Mk1, omdat daar die snelle Lotus 1800 TC in paste. Door steeds betere resultaten werd de belangstelling van het Seiko Canon team gewekt. Ik werd in het team opgenomen en reed vanaf dat moment alle Europese wedstrijden. 

 

 

 

 

 

Rallycross 1974-1975

1974

In 1974 hield het Seiko Canon team op te bestaan en maakte een doorstart als Samson Shag team. de Lotus motor maakte plaats voor een getuned RS2000 blok met ongeveer 180 pk. Het grote verschil zat hem echter in het koppel van de motor. Door de enorme power onderin was dit een razend snel blok dat mij uiteindelijk een derde plaats in het NK opleverde!

1975

De derde plek in het NK trok de aandacht van Ford. De competitieafdeling in Boreham (Engeland) had drie fonkelnieuwe Mk2 bodies klaar staan, aangepast voor rallies. Dat was bijzonder deze auto was toen nog niet op de markt. Team Samson Shag kocht van Jan de Rooy drie BDG twee liter motoren. Dit waren razendsnelle F2 blokken, goed voor zo'n 240 pk. En dat bij 10000 toeren!! Bij elke Europese wedstrijd stond ik met deze auto in de finale, en daar hoefde je je, gezien de concurrentie, niet voor te schamen!

 

 

 

 

 

Rallycross 1976.

Samson trok zich terug uit de rallycross. Daardoor moest er naar een nieuwe sponsor worden uitgekeken. Een kleding importeur met belangstelling voor autosport diende zich aan. Beng Beng Shirts kreeg de naamsbekendheid waar het op uit was en ik had mijn budget voor het seizoen rond. Omdat het rallycrossen op Europees niveau steeds professioneler en daardoor onbetaalbaar werd heb ik mij in 1976 geconcentreerd op het NK. Wel heb ik meegedaan aan de EK rondes op Valkenswaard en Lydden Hill.

   

 

Autorace, rally en rallycross 1977 

De overeenkomst met Beng Beng was voor een jaar, dus de sponsor stoelendans kon voor aanvang van het seizoen opnieuw beginnen. Gelukkig werd ik bijgestaan door een zakelijk manager, Dick Emans. De Nederlandse Aiwa importeur ging, mede door tv belangstelling voor rallycross, met ons in zee. In 1977 werd naast het rallycrossen de stap naar het circuit in Zandvoort gemaakt. Daar reed ik in een 1000cc Hillman Imp in de Formule Libre. Het was een druk jaar want er werd ook nog gerallied in een Escort Mexico van Chris van Waardenburg. Ik reed de Tulpenrally en de ELE met als beste resultaat 14de algemeen in de tulpenrally waar meer dan 200 equipes aan deelnamen.

 

 

 

   

    

 

Ton Nachtegeller in de witte Imp, Hans Ernst in de Imp van Dynosound.

Rallycross 1978

Het éénjarige contract met Aiwa liep af  dus autosportbezigheid nr.2, het zoeken naar een sponsor, kon weer beginnen. Aad Kemper, een klant van mij, ging regelmatig mee naar het Eurocircuit in Valkenswaard. Hij werd zo enthousiast voor de rallycross dat zijn aannemersbedrijf  hoofdsponsor werd. Halverwege het jaar introduceerde Jim Vermeulen de Sports 2000 klasse. Dat sprak mij dusdanig aan dat ik besloot de rallycross na zeven prachtige jaren vaarwel te zeggen. De Escort werd verkocht aan Henk Breederland (Hank the Tank) en een Lola T492 werd aangeschaft.

 

    

Autorace 1979.

Door de overstap naar de sportscar begon het seizoen 1979 erg vroeg! Er moest een nieuwe licentie worden verkregen dus moest er in de winter getraind worden. Ik kon meerijden bij de formule training van Alfred Abbenes. Die licentie was uiteraard geen probleem. De Lola T492 bewees een prima auto te zijn. Het werd een prima jaar dat werd afgesloten met een vijfde plek in het NK. De Sports 2000 klasse viel onder de vleugels van de Formule Ford Club. In die club was ik in 1979 Rookie of the Year. Overigens was één van mijn gedenkwaardigste races de laatste wedstrijd van Nivelles. Ik lag vijfde toen het begon te regenen. Links en rechts verdwenen deelnemers in de hekken terwijl ik  vlak en strak doorreed. Daardoor werd ik derde achter Ros de Giaxa Salvi en Lammy van den Heuvel.

 

Ton Nachtegeller in de sportscars 2000.

 

Closeracing met een enorm oppervlak voor sponsering.

 

Nachtegeller, Ron Kluit en Jim Vermeulen.                       Concentratie voor de start.

Autorace 1980.

In  1980 reed ik in dezelfde Lola als het jaar daarvoor. Eén van de kleinere sponsors uit 1979 werd hoofdsponsor. Dit was Industriewolf, een bedrijf  in de industriële automatisering. De competitie in de Sports 2000 was na het aanloopjaar aanmerkelijk gegroeid. Startvelden van meer dan 30 auto’s waren geen uitzondering. Ik reed in dit jaar het NK, het Benelux Kampioenschap en enkele EK rondes, zoals op Donnington.

 

 

Da Silva werd eerste en Ton Nachtegeller tweede.(1980)

Autorace 1981.

Door de royale sponsoring van Industrie kon de ex-F&S Properties TigaSC79 van Lammy van de Heuvel worden aangeschaft. De auto werd door mij op ’81 specificatie gebracht. Dit kwam voornamelijk de stijfheid van het chassis ten goede. De resultaten bleven niet achter. De startvelden werden kwantitatief en kwalitatief  van een steeds hoger niveau. Ik reed veel EK wedstrijden met goed resultaat. Meerdere malen stond ik op het podium.

 

 

 

Autorace 1982.

De hoofdsponsor dit jaar was ‘De Witte Tapijthallen’. Teamgenoot was Robert Harvey. Zandvoort telde dit jaar twee EK races. Deze twee races hadden volle startvelden van 36 auto’s. De eerste wedstrijd eindigde ik als vierde in een veld met Mike Taylor, Huub Vermeulen, en Hans Edvinson. De tweede race ging nog iets beter: ik eindigde op het podium als derde. Winnaar werd de Deen Thorkild Thyrring, deze rijder werd uiteindelijk Europees kampioen. Kennelijk heeft mijn auto hierdoor indruk gemaakt in Scandinavië. Aan het eind van het seizoen werd de Tiga verkocht aan een Noor.

 

Ton met zijn dochter Jolanda en zijn zoon Mark.

 

Ton op het podium en een ereronde over het circuit.

 

Ook op de buitenlandse circuits was hij te vinden.

    

Op het matje bij de sponsor de Witte Tapijthallen.

Autorace 1983.

Het jaar begon met het prepareren van de nieuwe auto, een March S2000. De auto, type 82S met een 83 body, kwam uit Engeland via David Benbow, ook bekend als DB Motorsport in Banburry. David was vertegenwoordiger van de March Sports 2000 auto’s. Al snel werd duidelijk dat dit de beste sportscar was die ik ooit had gehad. Alle ophangingsdelen kwamen rechtstreeks uit de F3. Fa. Bijl Radiateuren uit Haarlem was de hoofdsponsor. Het ging niet alleen om het geld, ik kreeg ook nog eens de beste radiateuren ter wereld!

 

De nieuwe March van maagdelijk wit naar brandweerrood.

    

Artikel Autorensport, april 1983.

 

 

 

Foutje van Ton in de Tarzanbocht, 1983.

 

Autorace 1984.

Ook dit jaar reed ik in de March. Een aantal wedstrijden eindigde ik op het podium. Op de EK wedstrijd in Croix en Ternois werd ik vierde. Cor Euser werd derde, Thorkild Thyrring tweede en Hans Edvinson won. Voor het eerst werd op Zandvoort een 1 uurrs race voor Sports 2000 auto’s georganiseerd. Het ging allemaal prima tot Allard Kalff de auto in Bos-uit crashte en zwaar beschadigde.

 

  

 Ton op het podium tijdens de finalerace 1984. 

 

Links Ron Kluit en rechts Ton Nachtegeller.

 

Allard Kalf en Ton Nachtegeller.  

Autorace 1985. 

Zelfde auto, andere kleur! Dat moet ook wel als je nieuwe hoofdsponsor Rainbow Video Productions heet. De auto reed het hele jaar fantastisch. Op de 1-uurs race op Zandvoort na, die ik samen met Ron Kluit reed. We lagen derde toen de vliegwielbouten vlak voor de finish afbraken, einde oefening! Het bleek mijn laatste raceseizoen te worden. In 1986 heb ik de auto nog een aantal keren verhuurd en uiteindelijk verkocht. Tijdens een testrit op Zandvoort  kwam de auto brandend langs de pits. Het Scheivlak werd nog gehaald maar daar brandde hij volledig uit. En daarmee is het verhaaltje uit!   

 

  

 

Foto's zijn uit de collectie van Ton Nachtegeller, met dank aan Willem Touw.

Foto's: Pieter E. Kamp Fotografie